donderdag 1 januari 2015

Over een eiland

We beginnen dicht bij huis. Stelt u zich eens voor: in de Noordzee wordt een nieuw eiland van ongeveer 20 hectare ontdekt. Het bevindt zich ten noorden van Hallum, maar verplaatst zich door een gestage afkalving van het westerstrand, en een gestage aanslipping van het oosterstrand, langzaam naar het oosten. Dit gaat met een snelheid van ongeveer 48 centimeter per jaar en is dus geen factor om in ons verhaal rekening mee te houden.

Al snel na de ontdekking van het eiland, welke ondertussen de naam Stormerzand heeft gekregen, wedijveren Friesland en Groningen over de vraag wie het eiland onder zijn beheer zal krijgen. Na enkele weken steggelen, krijgt het Friese Staatsbosbeheer de verantwoordelijkheid over de nieuwste toevoeging aan de Waddeneilanden.

Het eiland herbergt verschillende plantensoorten die ook elders in het Waddengebied voorkomen. Wie het eiland in de zomer bezoekt zal de zomerbitterling aantreffen en wie in de herfst het eiland aandoet zal opmerken dat ook de herfstbitterling een plekje in het ecosysteem heeft veroverd. Kattendoorn, het gevlekte zonneroosje, watermunt, wilde kamperfoelie, duinskruiskruit en de giftige gaspeldoorn maken allemaal deel uit van de flora van Stormerzand.
Verschillende vogels gebruiken het eiland als rust- en foerageergebied. De drieteenstrandloper, de strandplevier, en verschillende soorten eenden zoals de eider- en de bergeend. Ook kleine zoogdieren zijn in kleine populaties op het eiland aanwezig.

Net als op de andere Waddeneilanden ontbreken de vos, de bunzing, de marter, de das, de eekhoorn, de mol en de rat; maar konijnen, muizen en reeën zijn wel aanwezig. Net als kleine groepen zeehonden.
Met name de overdadige aanwezigheid van de gaspeldoorn, zint het Staatsbosbeheer niet. Deze maakt het eiland potentieel gevaarlijk voor toeristen. Hoewel ze van Stormerzand geen toeristisch centrum willen maken zoals Ameland, wil het Staatsbosbeheer wel in de toekomst dagexcursies naar het eiland organiseren, ten einde het eiland winstgevend te maken. Ze besluiten in het ecosysteem van Stormerzand in te grijpen.
 
Allereerst moet de Gaspeldoorn verdwijnen. Om de heestersoort van het eiland te laten verdwijnen worden ze door de boswachters verwijderd. Omdat de konijnenpopulatie op Stormerzand klein is, en toeristen toch graag knuffelachtige dieren op een eiland willen zien rondlopen, wordt een nieuwe groep konijnen, afkomstig van het vasteland, uitgezet. Ook de reeënpopulatie wordt aangevuld met een groep uit Duitsland.

Deze ingrepen zijn een alom succes. De eerste belangstelling van toeristen, die al maandenlang door de media werden geprikkeld met verhalen over dit nieuw ontdekte eiland, is enorm maar ook na het verstrijken van de tijd blijkt het eiland een stabiele stroom natuurliefhebbers te trekken.

De konijnen floreren als nooit tevoren en ook de reeën zijn alom aanwezig op het eiland. Wanneer de eendaagse excursie-mensjes het eiland aandoen, zien ze altijd meerdere reeën en konijnen en zien met een voldaan gevoel terug op een prachtig dagje wilde natuur.
Voor sommige planten- en dierensoorten op het eiland ziet de toekomst er minder rooskleurig uit. De geel gevlekte bloemen van het zonneroosje zijn al tijden niet meer op het eiland gezien. De bitterling is alleen nog maar in de zomer aanwezig, de herfst-variant heeft het eiland verlaten. Hoewel het eiland overspoeld lijkt met konijnen, blijkt van de oorspronkelijke populatie nog maar weinig over. De vraag reist in hoeverre het eiland van haar authentieke zelf is ontdaan.

In feite zijn er in de discussie over Stormerzand twee perspectieven over de toekomst van het eiland. Het ene perspectief wil van het nieuwe Waddeneiland een populaire attractie maken. Door bepaalde gewenste kwaliteiten van het ecosysteem, soms met harde hand, te stimuleren moet het eiland een economisch succes worden. Zelfs als dit betekent, dat de minder gewenste kwaliteiten van het eiland hiermee verdrongen worden. Het beoogde doel voor de toekomst, is belangrijker dan het bewaren van de authenticiteit van het eiland.

Anderzijds kunnen we de ingrepen van het Staatsbosbeheer op het eiland zien als ecosysteemverarming. Soorten die eerder floreren op het eiland, worden door de pogingen om het eiland aantrekkelijk voor het toerisme te maken, in de verdrukking gebracht. Vanuit dit perspectief wordt niet tegemoet gekomen aan de individuele en complexe kwaliteiten van het ecosysteem. In plaats van door veranderingen in de niches van systeem het eiland aantrekkelijker proberen te maken, kiest het Friese Staatsbosbeheer voor een aanpak die funest is voor de oorspronkelijke soorten van het eiland.


In zekere zin gaat deze metafoor ook op voor het onderwijs. We gaan uit van de leerdoelen die in het curriculum beschreven staan. De leerdoelen zijn onze konijnen, onze reeën, en door deze lijdend te maken in onze lessen komen we niet tegemoet aan de individualiteit van de leerling. We geloven dat wanneer we de leerling zo goed mogelijk voorbereiden op economische onafhankelijkheid, deze zichzelf verder zal ontwikkelen. Door de nadruk op het curriculum te leggen en niet op de individuele kwaliteiten en talenten van leerlingen, verarmen wij het potentieel van de toekomst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten