“Talenten? Nou ja… ik
kan best goed voetballen.” Er vormen zich rimpels op het voorhoofd van de
leerling, het moet van ver komen. “En verder? Ooh, nou metaal vind ik ook wel
leuk.” Bij dat laatste kijkt de leerling me twijfelend aan, alsof hij in zijn
gedachten weegt of dit wel klopt. “In ieder geval niet de andere
praktijkvakken, want daar ben ik niet goed in.”
Een rondvraag bij de
collega’s leert dat de desbetreffende leerling inderdaad een goed balletje kan
trappen en het prima naar zijn zin lijkt te hebben wanneer hij een lasapparaat
in zijn handen heeft. Het beeld dat de leerling van zijn eigen talenten heeft,
lijkt te corresponderen met het beeld dat de leraren van zijn talenten hebben.
Het is een lastige term, talent. Vaak associëren we talent
met de prestaties van iemand die binnen zijn vakgebied iets heel goed kan. In
sommige theorieën wordt van talent of begaafdheid gesproken wanneer iemand tot
de top 10 procent van zijn domein behoort, waarbij dan ook nog het onderscheidt
wordt gemaakt in relatie tot de vraag of talent aangeboren of aangeleerd is.
Hoe dan ook, talent wordt gezien als iets waar je beduidend beter in bent dan anderen.
In de wandelgangen
van scholen hoor je echter ook vaak de tegeltjeswijsheid: ‘Iedereen heeft
talent’, wat vaak met de toevoeging: ‘maar deze leerling heeft dat nog niet
gevonden’ genoemd wordt. En daar wringt het een beetje. Want, is het realistisch
om te denken dat elke leerling tot de besten binnen een bepaald vakgebied zal
kunnen behoren? Dat zou je toch mogen verwachten wanneer iedereen een talent
heeft. Natuurlijk kun je stellen dat er talloze bedreigende factoren zijn die
het ontplooien van dit talent kunnen belemmeren. Een talent kan bruut de kop in
worden gedrukt door een onstabiele thuissituatie, het traject van ontwikkeling
kan ruw verstoord worden door groepsdruk van
buitenaf en dan zijn er ook nog al die stochastische factoren waarover we geen
zeggenschap hebben, het overleiden van dierbaren, ernstige ziektes.
Maar zijn deze belemmerende factoren een verklaring waarom
sommige leerlingen wel uitblinken in enig vakgebied, en anderen dit nalaten? Ik
denk het niet. Het probleem zit hem in wat wij als talent beschouwen. Vaak
gebruiken leraren, ouders, anderen de term talent op twee manieren. Enerzijds
om aan te duiden dat een persoon uitblinkt in een vakgebied. Heel goed kunnen
voetballen, ontzettend goed zijn met metaal, derde worden bij The Voice. In
feite spreken zij niet over talenten, maar over prestaties binnen een
talentdomein. Een gebied waarin iemand zich meer dan gemiddeld goed kan redden.
Het andere gebruik van de term talent, komt voort uit de
gedachte dat iedereen talent heeft. Deze definitie van talent, die voortkomt
uit de positieve psychologie, stelt dat deze talenten een individu mentale
energie geven, in plaats van vermoeien. Deze talenten kunnen bijdragen dat
iemand presteert binnen een talentdomein, maar dit is geen voorwaarde. Luk
Dewulf beschrijft in de Talententoolbox zijn interpretatie van deze talenten. Een
talent kan zijn dat je heel goed druk bezig kan zijn en altijd het gevoel wil
hebben dat je iets om handen hebt. Of dat je heel goed kunt aanvoelen wanneer er
spanningen tussen mensen zijn en ernaar verlangt deze spanningen weg te nemen.
Wanneer we het over talenten hebben en hiermee de domeinen
bedoelen, hebben we het over een stuk onderwijs dat goed meetbaar is. Immers,
we kunnen door middel van toetsen en verslagen nagaan of iemand goed scoort op
biologie, metaalbewerking, of met gym. Deze gebieden zijn meetbaar, en worden
vaak ook door de inspectie gebruikt als indicatie voor de kwaliteit van het
onderwijs. Vanuit deze visie zijn we vaak ook geneigd om te kijken naar wat de
leerling niet kan, waar deze niet in presteert.
De andere definitie van talent, die ervan uitgaat dat
iedereen talent heeft, is moeilijk meetbaar. Het gaat om een individuele
meetlat, die voor elke leerling anders is. Dit gebrek aan standaardisering
maakt het moeilijker hanteerbaar.
Beide perspectieven op talent zijn, in mijn bescheiden
mening, belangrijk. We besteden veel aandacht om leerlingen goede cijfers te
laten halen binnen de vakken die we aanbieden. Maar laten we ook alstublieft
oog hebben voor de individuele talenten van leerlingen en ze leren hoe ze deze
op school, maar ook thuis: overal waar ze maar willen kunnen toepassen. Want
een ding weet ik zeker: weten wat je individuele talenten zijn en deze
ontwikkelen, daar wordt een mens gelukkiger van.
~N.M.~
~N.M.~
Geen opmerkingen:
Een reactie posten