Flow in de hersenen
In dit derde deel gaan we dieper in op de processen die zich
in de hersenen en in ons lichaam afspelen, wanneer we ‘flow’ meemaken. Dankzij
de voortsnellende technologische vooruitgang
op het gebied van hersenonderzoek wordt steeds meer informatie over de
processen die zich, tijdens de flow ervaring, in de hersenen afspelen, bekend.
Dankzij de Electroencephalography (EEG), kunnen elektrische signalen in de
hersenen gemeten worden. Wanneer iemand een stimuli of een gedachte heeft,
geven de hersenen een signaal af. De EEG meet deze signalen tot op 1/1000 van
een seconde.
Er worden vijf soorten hersengolven onderscheiden, waarbij
het verschil in de frequentie ligt. Tussen de 1 Hz en de 3,9 Hz, vinden we de
traagste hersengolf, de Delta golf. Deze treedt op wanneer iemand in een diepe,
droomloze slaap verkeerd. Tussen de 4 Hz en de 7,9 Hz bevindt zich de
Theta-golf. Deze golf wordt geassocieerd met de REM-slaap, meditatie, inzicht
en de verwerking van nieuw binnenkomende stimuli. De derde hersengolf is de
Alpha-golf, welke zich tussen de 8 Hz en 13,9 Hz bevindt. De Alpha golf is
de ruststand van de hersenen. Mensen die
in Alpha zitten, voelen zich kalm, relaxed, en hoeven weinig na te denken.
Boven de Alpha-golf bevindt zich de Beta-golf, tussen de 14 Hz en de 30 Hz. Op
het Beta-spectrum staan leren en concentratie aan het onderste eind, en stress
en angst aan het bovenste eind. Boven de 30 Hz is een snel bewegende golf,
genaamd Gamma, die optreedt wanneer verschillende delen van de hersenen aparte
gedachten tot een nieuw idee combineren.
Al veertig jaar geleden bleek dat wanneer iemand helemaal in
zijn werk opgaat, de activiteit in diens prefrontale cortex drastisch
verminderd. In de prefrontale cortex worden processen zoals redeneren, plannen
en strategie bepalen geregeld. Processen
die de hogere cognitieve functies worden genoemd (Kotler, 2014). Ook creativiteit
laat zich duidelijk zien op de EEG. Creativiteit gaat gepaard met Alpha/Theta
golven, die uit de rechter hemisfeer van
de hersenen pulseren.
De menselijke hersenen herbergen twee systemen voor het
verwerken van informatie. Allereerst is het
expliciete systeem. Deze is op regels gebaseerd, kan verbaal worden
uitgedrukt en is verbonden aan het bewustzijn. Wanneer de prefrontale cortex
aan het werk is, staat dit systeem aan. Maar wanneer een activiteit meer
intuïtie vereist, gaat het impliciete systeem aan het werk. De hersenen
produceren dan lage Alpha/hoge Theta-golven. Dit systeem is gebaseerd op
vaardigheden en ervaring. Je kan het niet bewust raadplegen en de informatie
die het geeft laat zich niet in woorden uitdrukken. Deze twee systemen worden
meestal beschreven als het ‘bewustzijn’ en het ‘onderbewustzijn.’
Wanneer iemand een beslissing maakt, spelen in de hersenen zes verschillende fasen af. Voordat
de stimuli zich aandienen zijn de hersenen in een neutrale staat. Daarna gaan
we van probleem oplossende analyse,
alertheid voor de uitvoering, de uitvoering zelf, evaluatie na het uitvoeren en
terug naar de neutrale staat. Voor elk van deze fases worden andere delen van
de hersenen gebruikt, en elk veroorzaakt verschillende soorten hersengolven.
Experts in een vakgebied, zijn in staat deze cycli vloeiend te doorlopen,
zonder hierbij zich te laten afleiden door kritische gedachten.
Wanneer iemand in ‘flow’ verkeerd, is deze net als de
experts in staat deze cycli vloeiend te doorlopen, en heeft zelfs nog meer
controle over het proces. Zo kunnen ze lange tijd de Alpha/hoge Theta golf
stimuleren, waardoor het impliciete systeem zijn werk kan doen.
Behalve de lage Alpha/hoge Theta-golf, nemen ook de
Gamma-golven toe. Deze ultrasnelle hersengolven ontstaan wanneer nieuwe
stimuli, willekeurige gedachten en obscure herinneringen zich tot een nieuwe
ervaring verbinden. Deze gamma-golven
kunnen alleen tot grote uitbarsting komen, wanneer de hersenen in de
Alpha/Theta staat zijn.
Door deze kennis over hersengolven wordt goed zichtbaar wat
je hersenen doen, wanneer ze in flow zijn. Niet alleen wordt iemand
besluitvaardiger, maar ook aanzienlijk creatiever . Wanneer we ons in een flow
bevinden zijn we vindingrijk, fantasierijk en ingenieus. Creativiteit speelt
dan ook een essentiële rol in het flow-proces.
Wanneer iemand in Flow komt, schakelt het expliciete systeem
uit, en neemt het impliciete systeem diens taken over. De activiteit in delen
van de prefrontale cortex neemt af, een
fenomeen dat “transient Hypofrontality” genoemd wordt. In feite wordt de
energie die normaal voor de hogere cognitieve functies worden gebruikt,
verruild voor een verhoogde concentratie en bewustzijn.
Dit uitschakelen van delen van de prefrontale cortex heeft
ook het fenomeen ‘vertraging van de tijdsbeleving’ tot gevolg, De tijdbeleving, wordt door
verschillende delen van de hersenen berekend, en tot een soort democratische
gekozen conclusie gevormd in de neocortex. Doordat door de hypofrontaliteit
delen van de prefrontale cortex uitschakelt, ontstaat een vertekend tijdsbeeld. De functie hiervan is om de energie die
gebruikt wordt om de tijdsbeleving te berekenen, voor de flow wordt ingezet.
Het ‘nu’ wordt hierdoor verlengd, hoe langer een moment duurt des te beter de
kwantiteit en kwaliteit van de informatie die we in dat moment krijgen.
Hierdoor kunnen we in flow meer creatieve beslissingen nemen, simpelweg omdat
we meer data tot onze beschikking hebben.
Ook het deel van de prefrontale cortex dat de exacte locatie
van het lichaam in de gaten houdt, schakelt uit. Om de positie van het lichaam
in een ruimte in de gaten te houden, monitort dit deel van de hersenen precies
waar het lichaam ophoudt, en waar de rest van de wereld begint. Wanneer dit
deel van de hersenen niet meer actief is, krijgt men het gevoel te één te worden
met de activiteit. Is dat het beklimmen van een berg, dan overvalt ons het
gevoel een te worden met de berg, is het een groepsactiviteit, dan lijkt een
gedeeld bewustzijn te ontstaan.
Andere delen van de prefrontale cortex worden juist in
verhoogde staat van paraatheid gebracht. Het deel dat het creatieve
zelfexpressie regelt, de mediale prefrontale cortex, wordt juist in flow
geactiveerd. Tijdens de flowervaring
gaan de hersenen efficiënter werken, door delen van de prefrontale cortex uit
te schakelen, gaat de stimuli direct naar het onderbewustzijn.
De neurotransmitters
van Flow
Neurotransmitters zijn informatie moleculen die door de
hersenen worden gebruikt om boodschappen te versturen. De signalen die ze
versturen, vormen onze reactie op gebeurtenissen buiten ons lichaam.
Tijdens de flowervaring worden verschillende
neurotransmitters aangemaakt in het lichaam. Allereerst is er dopamine. Wanneer
dopamine wordt aangemaakt in ons lichaam voelen we ons opgewonden, creatief,
nieuwsgierig en betrokken bij hetgeen we aan het doen zijn. Deze
neurotransmitter wordt aangemaakt zodra we iets nieuws tegenkomen. Door de
hartslag en de bloeddruk te verhogen, de concentratie te focussen en het deel
van de hersenen te activeren welke patronen herkend, zorgt dopamine ervoor dat
onze vaardigheden in een dergelijke situatie vergroten.
Behalve dopamine zorgt ook norepinephrine ervoor dat je
lichaam in een staat van paraatheid komt. Door deze neurotransmitter gaat ook
de hartslag omhoog, neemt de spierspanning toe en wordt glucose in het lichaam
vrijgegeven, waardoor er meer energie is. Wanneer men in flow is, zorgt deze
transmitter ervoor dat je op je doel gericht blijft, en je emoties onder
controle houdt.
De derde neurotransmitter die een belangrijke rol speelt is endorfine.
Endorfine werken pijnstillend, en geven een gevoel van plezier en genot. Deze
neurtotransmitter is ongeveer honderd
keer krachtiger dan morfine, welke in ziekenhuizen als zware pijnstiller wordt
gebruikt.
Anandamide is een neurotransmitter, die vernoemd is naar het
Sanskriet woord voor ‘gelukzaligheid’. Anandamide wordt geproduceerd bij
lichamelijke activiteit en verhoogd de stemming, werk pijnstillend, verwijdt de
aderen en longen en vergroot het vermogen om lateraal te denken. Daarnaast remt
het ons vermogen om angst te voelen en mogelijk maakt ze herinneringen aan lang
gekoesterde angsten ongedaan.
Als laatste wordt in het lichaam serotonine aangemaakt, een
neurotransmitter die helpt om met tegenspoed om te gaan. Deze is nodig om je
niet uit het veld te laten slaan bij tegenslag, maar meteen door te gaan met de
activiteit waarmee men bezig is.
Tot zover de wetenschap achter flow. In het volgende deel
gaan we dieper in op de elementen die we in het onderwijs kunnen stimuleren, om
leerlingen de kans te geven de ‘flow-staat’ te ervaren.
~N.M.~
Geen opmerkingen:
Een reactie posten