maandag 13 oktober 2014

Het verschil tussen talent en talentdomeinen

“Talenten? Nou ja… ik kan best goed voetballen.” Er vormen zich rimpels op het voorhoofd van de leerling, het moet van ver komen. “En verder? Ooh, nou metaal vind ik ook wel leuk.” Bij dat laatste kijkt de leerling me twijfelend aan, alsof hij in zijn gedachten weegt of dit wel klopt. “In ieder geval niet de andere praktijkvakken, want daar ben ik niet goed in.”
Een rondvraag bij de collega’s leert dat de desbetreffende leerling inderdaad een goed balletje kan trappen en het prima naar zijn zin lijkt te hebben wanneer hij een lasapparaat in zijn handen heeft. Het beeld dat de leerling van zijn eigen talenten heeft, lijkt te corresponderen met het beeld dat de leraren van zijn talenten hebben.

Het is een lastige term, talent. Vaak associëren we talent met de prestaties van iemand die binnen zijn vakgebied iets heel goed kan. In sommige theorieën wordt van talent of begaafdheid gesproken wanneer iemand tot de top 10 procent van zijn domein behoort, waarbij dan ook nog het onderscheidt wordt gemaakt in relatie tot de vraag of talent aangeboren of aangeleerd is. Hoe dan ook, talent wordt gezien als iets waar je beduidend beter in bent dan anderen.

In de wandelgangen van scholen hoor je echter ook vaak de tegeltjeswijsheid: ‘Iedereen heeft talent’, wat vaak met de toevoeging: ‘maar deze leerling heeft dat nog niet gevonden’ genoemd wordt. En daar wringt het een beetje. Want, is het realistisch om te denken dat elke leerling tot de besten binnen een bepaald vakgebied zal kunnen behoren? Dat zou je toch mogen verwachten wanneer iedereen een talent heeft. Natuurlijk kun je stellen dat er talloze bedreigende factoren zijn die het ontplooien van dit talent kunnen belemmeren. Een talent kan bruut de kop in worden gedrukt door een onstabiele thuissituatie, het traject van ontwikkeling kan ruw verstoord worden door groepsdruk van buitenaf en dan zijn er ook nog al die stochastische factoren waarover we geen zeggenschap hebben, het overleiden van dierbaren, ernstige ziektes.

Maar zijn deze belemmerende factoren een verklaring waarom sommige leerlingen wel uitblinken in enig vakgebied, en anderen dit nalaten? Ik denk het niet. Het probleem zit hem in wat wij als talent beschouwen. Vaak gebruiken leraren, ouders, anderen de term talent op twee manieren. Enerzijds om aan te duiden dat een persoon uitblinkt in een vakgebied. Heel goed kunnen voetballen, ontzettend goed zijn met metaal, derde worden bij The Voice. In feite spreken zij niet over talenten, maar over prestaties binnen een talentdomein. Een gebied waarin iemand zich meer dan gemiddeld goed kan redden.

Het andere gebruik van de term talent, komt voort uit de gedachte dat iedereen talent heeft. Deze definitie van talent, die voortkomt uit de positieve psychologie, stelt dat deze talenten een individu mentale energie geven, in plaats van vermoeien. Deze talenten kunnen bijdragen dat iemand presteert binnen een talentdomein, maar dit is geen voorwaarde. Luk Dewulf beschrijft in de Talententoolbox zijn interpretatie van deze talenten. Een talent kan zijn dat je heel goed druk bezig kan zijn en altijd het gevoel wil hebben dat je iets om handen hebt. Of dat je heel goed kunt aanvoelen wanneer er spanningen tussen mensen zijn en ernaar verlangt deze spanningen weg te nemen.

Wanneer we het over talenten hebben en hiermee de domeinen bedoelen, hebben we het over een stuk onderwijs dat goed meetbaar is. Immers, we kunnen door middel van toetsen en verslagen nagaan of iemand goed scoort op biologie, metaalbewerking, of met gym. Deze gebieden zijn meetbaar, en worden vaak ook door de inspectie gebruikt als indicatie voor de kwaliteit van het onderwijs. Vanuit deze visie zijn we vaak ook geneigd om te kijken naar wat de leerling niet kan, waar deze niet in presteert.

De andere definitie van talent, die ervan uitgaat dat iedereen talent heeft, is moeilijk meetbaar. Het gaat om een individuele meetlat, die voor elke leerling anders is. Dit gebrek aan standaardisering maakt het moeilijker hanteerbaar.


Beide perspectieven op talent zijn, in mijn bescheiden mening, belangrijk. We besteden veel aandacht om leerlingen goede cijfers te laten halen binnen de vakken die we aanbieden. Maar laten we ook alstublieft oog hebben voor de individuele talenten van leerlingen en ze leren hoe ze deze op school, maar ook thuis: overal waar ze maar willen kunnen toepassen. Want een ding weet ik zeker: weten wat je individuele talenten zijn en deze ontwikkelen, daar wordt een mens gelukkiger van. 

~N.M.~

Geen opmerkingen:

Een reactie posten